Pitta (Pittidae).

Ook prachtlijster genoemd. Pitta's zijn zeer mooi gekleurde, maar tamelijk plompe, hoofdzakelijk op de grond levende vogels, met een korte staart, korte vleugels en sterke poten en tenen. De naam prachtlijster is overigens volkomen fout, omdat pitta's slechts zeer vaag aan lijsters doen denken en ook niet aan hen verwant zijn.

Verenkleed:
Pitta's behoren zonder twijfel tot de mooiste vogels ter wereld; slechts weinig andere vogelsoorten hebben zulke prachtig gekleurde veren. De mannetjes van de groenborstpitta's (Pitta sordida) uit Zuidoost-Azië bijvoorbeeld, hebben een zwarte of bruine kop, een groene borst, een groene rug, rode staartdekveren, een blauwe kuif en blauw, zwart en wit getekende vleugels.
Andere soorten hebben een nog bonter gevederte, en maar 1 of 2 soorten, zoals de Guyaanse pitta (Pitta guajana) van de Maleise Archipel, hebben een relatief somber verenkleed van verschillende bruintinten, met hier en daar een tikje kleur. Bij de meeste soorten hebben de vrouwtjes veel mattere kleuren dan de mannetjes.

Leefgebied:
Pitta's zijn weliswaar uitgesproken bosvogels, maar ze zijn niet aan een bepaald landschapstype gebonden. Ze leven zowel in het laagland als in de bergen, in de regenwouden, in bamboebosjes en in de mangroven aan de kust. Slapen doen pitta's altijd in een boom. Ze zijn zeer schuw en ondanks hun bonte kleuren vaak nauwelijks te ontdekken. Meestal hoort men ze alleen maar.

Voeding:
Bij het zoeken naar voedsel bewegen ze zich huppend over de bosgrond, maar als het moet, kunnen ze ook zeer snel vliegen. Hun voedsel bestaat uit spinnen, allerlei insecten, slakken, wormen en zaden.

Voortplanting:
De nesten zijn grote, maar weinig kunstige, vaak eerder nalatig gevlochten kommen van dunne takjes, dorre bladeren en wortels en bevinden zich op of vlak boven de grond. De naaktgeboren jongen zijn nestblijvers en worden door beide ouders gevoerd.

Back