Leguaan(Iguanidae)
De leguaan behoort tot een omvangrijke familie van hagedissen met een grote
rijkdom aan vormen.
Ze komen uitsluitend voor in de Nieuwe Wereld en op Madagaskar en de Fidji-eilanden..
Lichaamsbouw:
Hun lengte varieert van slechts 7 cm tot 2 m. De meeste leguanen zijn vleeseters
en voeden zich hoofdzakelijk met insecten en allerlei kleine dieren. Sommigen
zijn alleseters en enkele soorten eten uitsluitend zuiver plantaardig voedsel.
Bij veel soorten hebben de mannetjes een territorium.
Voortplanting:
Alle leguanen leggen eieren, met uitzondering van enkele soorten van de geslachten
Scleroporus en Phrynosoma, die levende jongen voortbrengen.
De eieren hebben een zachte schaal en worden door de vrouwtjes in zelfgegraven
kuilen gelegd. Merkwaardig genoeg vindt men nergens ter wereld agamen en leguanen
in hetzelfde gebied, hoewel ze in bouw en levenswijze zo op elkaar lijken.
De groene leguaan (Iguana iguana) komt voor van de Golf van Mexico tot ver
in Zuid-Amerika en op de Caribische eilanden. Hij leeft in de buurt van rivieren,
meren en poelen, van de laagvlakte tot in de bergen. Overdag rust deze grote
leguaan meestal op een overhangende tak, om bij gevaar bliksemsnel in het
water te springen.
Soorten:
De groene leguaan kan uitstekend zwemmen en klimmen. Hij kan zich ook lopend
snel uit de voeten maken en verdedigt zich met heftige slagen van de staart
en woedende beten wanneer hij wordt aangevallen.
De zeeleguanen (Amblyrhynchus cristatus) komen alleen voor op de Galapagoseilanden.
Ze leven in grote groepen op de onherbergzame lavarotsen aan de kust. Door
het ontbreken van natuurlijke vijanden vertonen de zeeleguanen geen enkele
schuwheid. Het zijn uitgesproken planteneters die leven van zeewier, dat ze
al zwemmend en duikend verzamelen.