Voortplanting
Alle arenden hebben een klein legsel met meestal twee, hooguit drie eieren.
Veel arendsoorten, zoals de slangenarend, leggen slechts één ei.
De eieren worden gewoonlijk door het vrouwtje uitgebroed, maar vaak ook door
het mannetje. Als het legsel uit twee eieren bestaat, wordt het vrouwtje meer
door het mannetje afgelost.
De broedtijd bedraagt 43-49 dagen en is dus in verhouding lang. Dit geldt ook
voor de kleinere arendsoorten. De eieren worden in de loop van meerdere dagen
gelegd. de jongen komen met hetzelfde tijdsverschil uit het ei.
Bij veel soorten, vooral bij de echte arenden, is het als eerste uitgekomen
jong veel groter en krachtiger dan de later uitgekomen jongen. Het later geboren
jong wordt steeds door het eerstgeborene gedood.