Voedsel:
Twee soorten, de Amerikaanse zeearend (Haliaeetus leucocephalus) en de Stellers zeearend, voeden zich met aangespoelde, stervende zalmen. Behalve vis eten zij ook aas en verschillende watervogels, en maar zelden zoogdieren, met uitzondering van in water levende soorten zoals de zeehond.
Van alle Aquila-soorten hebben zowel de jongen als de volwassen vogels een bruin verenkleed. Een uitzondering is de Afrikaanse zwarte arend, die volwassen koolzwart is en als jong gevlekt. Hij voedt zich bijna uitsluitend met klipdassen (Procavia).
Een steenarend benodigt per dag ca.250 g vlees. Dat is ongeveer 7% van zijn lichaamsgewicht. Een arendpaar met zijn jongen heeft per jaar ca. 250 kg vlees nodig, maar moet ongeveer 15% meer vangen, dus in totaal ca. 300 kg.
In de winter en het voorjaar bestaat het voedsel hoofdzakelijk uit aas, omdat zij dan de meestekadavers van gestorven dieren vinden. Een arendpaar dood zeker niet meer dan twee, hooguit drie lammeren per jaar.