Aardwolf (Proteles cristatus).
Is een landroofdier dat tot de hyena's behoort.
Lichaamsbouw:
De aardwolf bereikt een totale lengte van 115 cm, waarvan ongeveer 35 cm staartlengte,
en een gewicht van 22-27 kg.
De stoppelige vacht is geelachtig met zwarte dwarsstrepen. Van kop tot staart
lopen borstelige, zwartgele manen.
De snuit is kaal en zwart, de staart ruigbehaard met zwarte punt.
De aardwolf verschilt van de andere hyena's doordat hij vijf tenen aan de
voorpoten heeft (de hyena's hebben er slechts vier), door de grotere oren,
de spitsere snuit en het veel zwakkere gebit.
Verspreidingsgebied:
De aardwolf komt in geheel Zuid- en OostAfrika voor, zelfs tot in het noorden
van Somalië.
Biotoop:
Hij leeft in open steppe, maar wordt slechts zelden waargenomen omdat het
een echt nachtdier is. De dag brengt hij al slapend in een
zelfgegraven hol door.
Voedsel:
Hij leeft bijna uitsluitend van termieten.
Omdat hij echter niet in staat is om de termietenheuvel open te krijgen moet
hij er genoegen mee nemen de rondlopende termieten op te likken of ze op zachte,
zanderige plekken uit de bodem te krabben.
Met zijn lange kleverige tong is het dier zeer snel en weet zo voldoende voedsel
te vergaren. Bij gelegenheid eet hij ook dode dieren.
Voortplanting:
Over de voortplanting van de aardwolf is slechts weinig bekend.
Na een draagtijd van negentig tot honderd dagen worden er twee tot vier blinde
jongen geboren.